Privacy en digitalisering
‚Facebook is niet je huiskamer‘

Jan Philipp Albrecht has been a member of the European Parliament since 2009.
Photo (detail): © Fritz Schumann

Sociale media, smartphones, het internet der dingen – welke rol speelt de persoonlijke levenssfeer nog in dat alles? Of is privacy voortaan een achterhaald begrip? Een gesprek met Jan Philipp Albrecht, een hartstochtelijk voorvechter van gegevensbescherming.
 

Meneer Albrecht, we maken selfies, plaatsen reacties, we zijn voortdurend online en delen ons dagelijks leven graag in de publieke ruimte. Leven we in een postprivacywereld?

Ik ben ervan overtuigd dat het gros van de mensen ook in het digitale tijdperk een persoonlijke levenssfeer wil hebben. Ze willen vooral zelf bepalen wanneer ze wat met wie delen. Het is wettelijk en technisch alleszins mogelijk in onze via netwerken verbonden wereld de persoonlijke levenssfeer en gegevensbescherming te waarborgen. Je hebt daar alleen passende regels voor nodig.

Maar wat onder persoonlijke levenssfeer wordt verstaan is definitief veranderd. Er bestaat geen strikte scheiding meer tussen de intieme, huiselijke levenssfeer en de publieke ruimte.

Het begrip persoonlijke levenssfeer is in de loop van de decennia en eeuwen voortdurend veranderd, en niet pas sinds de digitalisering. Toch maken we ook vandaag nog onderscheid tussen: wat vertel ik mijn oma, wat mijn werkgever, wat mijn kleine zusje en wat mijn zorgverzekeraar. De verschillende levenssferen bestaan nog altijd. En veel gebruikers denken er goed over na wat ze op het internet over zichzelf kwijt willen. Deze gebruikers zoeken naar gegevensbeschermingsvriendelijke oplossingen – je zou ook kunnen zeggen, oplossingen waarbij de persoonlijke levenssfeer wordt beschermd.

 ‚Veel gebruikers zijn voorzichtiger geworden‘

Ziet u in dit opzicht de afgelopen jaren een bepaalde ontwikkeling, een groeiend bewustzijn bij de Europese bevolking? Is er weer een grotere behoefte aan privacy?

Absoluut! Dat zie je in ieder geval wel om je heen. Toen Facebook een paar jaar geleden de tijdlijn invoerde, waardoor het mogelijk werd alle berichten die je in de loop van de jaren plaatst terug te lezen, zijn veel mensen daarvan geschrokken. Ze waren zich er helemaal niet van bewust dat deze informatie voor iedereen zichtbaar was. Tegenwoordig zijn veel gebruikers voorzichtiger geworden, omdat ze weten dat Facebook niet hun huiskamer is. Ook wordt er vaker gebruikgemaakt van de volg-me-niet-functies van browsers en versleutelde communicatiediensten.

Maar helaas is het niet altijd mogelijk om behoedzaam met gegevens om te gaan. Juist op hun smartphones nemen gebruikers vaak voor lief dat apps talrijke gegevens verzamelen. Zijn we nog steeds te gemakzuchtig?

Dat we ons over het geheel genomen wat meer bewust zijn geworden van de persoonlijke levenssfeer en gegevensbescherming leidt er niet automatisch toe dat we goed voorbereid zijn op de digitalisering. Als samenleving lopen we mijlenver achter op de technologische ontwikkelingen. Daar ligt een taak voor ons allemaal. Wetgeving alleen zal ons niet beschermen. We moeten ons blijven informeren en ons goed voorbereiden op deze nieuwe wereld. Want de ontwikkelingen staan nooit stil. Hoe gaan we straks bijvoorbeeld om met zelfrijdende auto’s, die ons mogelijk continu filmen? Of met kunstmatige intelligentie uitgeruste websites die met ons praten en onze dialogen vastleggen?

 ‚We zijn afhankelijk van bepaalde platformen‘

Vaak heeft de individuele gebruiker helemaal geen keus. Hij moet de gebruiksvoorwaarden van de platformen accepteren – of helemaal afzien van het gebruik ervan. In hoeverre is het de taak van de politiek om bedrijven andere spelregels voor te schrijven?

Er was ook een tijd dat je in de supermarkt geen fairtradeproducten kon kopen. Als je koffie wilde, moest je nemen wat er op het schap stond. Pas veel later kon je kiezen uit alternatieven. Zulke alternatieven komen er ook in de digitale ruimte. Helaas bevinden we ons nu nog in een situatie waarin we sterk afhankelijk zijn van bepaalde platformen of besturingssystemen. De politiek moet deze monopolieposities doorbreken en stimuleren dat er alternatieve aanbieders komen.

Waarom is de persoonlijke levenssfeer zo belangrijk voor de democratie?

De vrijheid van communicatie en meningsuiting moet worden gewaarborgd. Het democratisch debat lijdt eronder als mensen er voortdurend beducht op moeten zijn dat in de privésfeer gedane uitspraken later tegen hen kunnen worden gebruikt. Bijvoorbeeld als ze bij de bank een lening willen afsluiten of solliciteren naar een baan. Dat soort discriminerend gedrag vindt nu al plaats. Ook reclames zijn al afgestemd op het zoek- of koopgedrag van een gebruiker in het verleden.

 ‚individuele personen hebben nu veel meer rechten‘

U speelde de afgelopen jaren een zeer belangrijke rol bij de nieuwe Europese gegevensbeschermingsverordening. Wat is de huidige politieke stand van zaken?

De verordening is voorjaar 2016 met een grote meerderheid door de beide wetgevende organen goedgekeurd, zowel het Europees Parlement als de Raad. Ze geldt vanaf mei 2018 in alle EU-landen. Dat wil zeggen voor alle bedrijven die de Europese markt betreden – dus ook voor aanbieders uit Silicon Valley of China. Al die bedrijven moeten zich aan de Europese regels voor gegevensbescherming houden, anders riskeren ze een torenhoge boete. Dat leidt er nu al toe dat veel bedrijven de strenge Europese regels gemakshalve in hun hele internationale bedrijfsvoering doorvoeren.

Wat zijn de belangrijkste vernieuwingen voor de burgers?

Het belangrijkste is dat gegevensbescherming serieus moet worden genomen door bedrijven – omdat die eindelijk consequent kan worden toegepast. Bovendien hebben individuele personen nu veel meer rechten. Bedrijven moeten gebruikers precies vertellen wat er met hun gegevens gebeurt. En dat in klare taal! Niet in ellenlange verhandelingen die alleen juristen kunnen begrijpen. Mogelijk wordt er een systeem met eenvoudige, gestandaardiseerde symbolen ingevoerd..

Persoonlijke levenssfeer ondanks vergaande interconnectiviteit – wat is uw visie?

Ik zou graag willen dat we allemaal in ons dagelijks leven net zo bewust met onze gegevens omgaan als wanneer we bijvoorbeeld boodschappen doen. Ook dan nemen we constant beslissingen: kies ik dit of dat product, betaal ik contant of met mijn kaart, vermijd ik een bepaalde winkel of kom ik er juist bij voorkeur? Net zo zelfverzekerd en bewust zouden we ons op een dag ook door de digitale ruimte moeten kunnen bewegen.
 

Jan Philipp Albrecht Jan Philipp Albrecht | Foto (fragment): © Fritz Schumann Jan Philipp Albrecht, geboren in 1982, zit sinds 2009 namens de Groenen in het Europees Parlement. Hij is vicevoorzitter van de Commissie justitie en binnenlandse zaken en plaatsvervangend lid van de Commissie interne markt en consumentenbescherming. Jan Philipp Albrecht was onderhandelingsleider van het Europees Parlement voor de nieuwe EU-gegevensbeschermingsverordening.