Mediavrijheid in Bulgarije
Een gebrek aan voldoende autonomie
Het is algemeen geweten: van alle EU-landen scoort Bulgarije al jaren systematisch het slechtst op de World Press Freedom Index, opgesteld door Reporters Without Borders (RSF). In de drie recentste uitgaven van die index – 2018, 2019, 2020 – prijkte Bulgarije van de 180 landen op de 111e plaats. En ook vanuit Zuidoost-Europees standpunt scoort Bulgarije allerminst goed. Het land staat zelfs lager gerangschikt dan niet-EU-landen in de regio.
Von Orlin Spassov
De politieke context en de situatie van de media in Bulgarije wordt overigens door tal van andere internationale en Bulgaarse organisaties als problematisch beschouwd. De Amerikaanse ngo Freedom House omschreef Bulgarije bijvoorbeeld jarenlang als een 'semi-geconsolideerde democratie'. De politieke partijen in dergelijke landen laten zich voornamelijk leiden door cliëntelisme, terwijl corruptie welig tiert binnen de regering. De link tussen het gebrekkige politieke systeem en de situatie in het medialandschap is duidelijk.
De beperkte autonomie van de media is het grootste pijnpunt. Er zijn in Bulgarije vrijwel geen onafhankelijke redacties. Net als bij de meeste politieke partijen bepaalt cliëntelisme de koers die de meeste media varen, terwijl de economische principes van hun activiteiten vertekend worden door tal van andere belangen. In veel gevallen worden belangrijke beslissingen inzake mediabeleid buiten de media om gemaakt. De situatie lijkt misschien wel het sterkst op die in Hongarije, al vallen ook in Roemenië gelijkaardige ontwikkelingen op.
Als ik de drie voornaamste problemen zou moeten opsommen, dan zijn dat: de grote mate van (politieke en economische) controle over de media, het nijpende tekort aan kwaliteitsvolle media (en bijgevolg aan onderzoeksjournalistiek) en de beperkte bescherming voor het beroep van journalist.
Het gebrek aan onafhankelijkheid van de media beknot rechtstreeks de journalistieke vrijheid. En dat is een chronisch probleem. Zelfs de democratisering van Bulgarije na 1989 bracht geen zoden aan de dijk. Bijgevolg wordt de journalistiek in het land – op enkele uitzonderingen na – gekenmerkt door ondermaatse praktijken. Een goede journalistieke cultuur blijkt immers overbodig wanneer redacties slechts privébelangen van politieke dan wel commerciële aard dienen. In het medialandschap haalt public relations het van journalistiek. Haast elk prominent privé-initiatief tracht één of meerdere redacties voor zich te winnen. Zo verwierf de regering de afgelopen jaren steeds meer macht over de openbare televisie- en radio-omroep. Ongemerkt, en onder het mom van 'journalistiek', oefenen de meeste redactiemedewerkers de facto een geheel ander beroep uit.
In een dergelijke context, is het beroep van journalist extreem kwetsbaar. Journalisten kunnen zich niet beroepen op een doeltreffend beschermingsmechanisme bij ontslag of druk van buitenaf. Het voorbije jaar werden al heel wat onderzoeksjournalisten ontslagen of op uiteenlopende wijze geïntimideerd. Er waren zelfs gevallen van fysiek geweld op journalisten. Nog slechts enkele kleinere, vaak betekenisloze redacties beoefenen kritische journalistiek. Tegen een dergelijke achtergrond is kwaliteitsvolle journalistiek en grondig onderzoek eerder zeldzaam. Zelfcensuur is daarentegen de norm. Heel wat journalisten verkiezen veiligheid boven risico en durven zich amper kritisch uit te laten over zaken die gevoelig liggen bij mediamagnaten. Vele journalisten zien hun job als een soort van dienstverlening, waardoor journalistieke idealen al snel zoek raken.
Het hoge aantal aandeelhouders in het medialandschap werpt een ander probleem op. In Bulgarije wordt de aandeelhoudersstructuur van mediabedrijven niet bij wet geregeld. De overheid speelt een grote rol in de financiering van de media, door financiële middelen uit te trekken voor reclame. Tegelijkertijd trokken almaar meer buitenlandse aandeelhouders zich de afgelopen jaren terug uit de Bulgaarse mediasector. Die leemte werd gevuld door lokale magnaten, doorgaans vertrouwelingen van de machthebbers. Dit ontaarde mediakapitalisme smoorde langzaam maar zeker de ontwikkeling van een Bulgaarse mediademocratie in de kiem.
Op het vlak van inhoud, wordt een antimigratie- en nationalistisch discours haast aangemoedigd door nagenoeg alle redacties, met als enige onderscheid of het discours al dan niet gepaard gaat met haatboodschappen. Over het algemeen liggen de meningen in de Bulgaarse pers verdeeld als het over de EU of Rusland gaat. Beide kampen – voor of tegen – lijken evenwel probleemloos hand in hand te gaan binnen eenzelfde redactie, wat tekenend is voor de grootste en invloedrijkste gedrukte persbladen. En zo trachten ze bij beide kampen een publiek voor zich te winnen. Er is geen controleorgaan dat haatboodschappen of desinformatie krachtdadig kan bestrijden. In tal van media, en dan vooral online, zijn deze fenomenen schering en inslag. De gespreksfora van vele media worden niet efficiënt gemodereerd, waardoor er geen rem staat op haatboodschappen, die zowat de norm zijn geworden op sociale media.
Televisie blijft de populairste informatiebron. Het vertrouwen in de openbare televisie- en radio-omroep blijft groot, al bereikt die slechts een relatief beperkt publiek. Ook het vertrouwen in de twee grootste private televisiegroepen, bTV en NOVA, is groot. Volgens een verslag dat in 2020 door het Reuters Institute for the Study of Journalism werd uitgegeven, heeft 33 % van de Bulgaren vertrouwen in het nieuws, oftewel 7 procentpunten minder dan in 2019. Een groot deel van het Bulgaarse publiek verkiest de goedkopere en meer populaire kranten die systematisch de overheid gunstig gezind zijn. Verder zijn showbizzmagazines, met sensationele en populistische inhoud, erg populair. Over het algemeen wint het digitale segment aan populariteit, al blijft het vertrouwen in onlinemedia als bron van informatie lager liggen dan in de traditionele pers.
Om hier verandering in te brengen, is nieuwe mediacontent vereist. Het mediapubliek is gefragmenteerd, en hoewel de meerderheid nog steeds het status quo in het voornamelijk populistische medialandschap ondersteunt, duiken gestaag kleine publiekssegmenten op die redacties in de ban van private en politieke belangen de rug toekeren. Een toenemend aantal kleine en alternatieve redacties maakt zijn opwachting, vooral online.
Precies die mediakanalen zouden steun moeten genieten om de overleving en gestage heropleving van de journalistieke waarden in Bulgarije te bewerkstelligen. Dit zal hoogstwaarschijnlijk gebeuren in lijn met wat de geschiedenis ons leert: een langzame evolutie in culturele kringen, via de gedrukte pers en websites in het teken van film, literatuur en de andere kunsten. Het publiek dat kiest voor dergelijke media zal ook een neus ontwikkelen voor kwaliteitsvolle en onafhankelijke politieke journalistiek. Eenmaal dit publiek voldoende groot is, zullen mediakanalen opduiken die aan die vereisten voldoen.
Het maatschappelijk middenveld in Bulgarije ervaart vandaag de kracht van wat John Kean omschreef als een 'uncivil society' of wanmaatschappij, waarin onbeschaafd taalgebruik en intimidatie de norm zijn, zo ook bij de Bulgaarse mediakanalen. Aan ons om elke vorm van mediamisbruik met de vinger te wijzen en te bestrijden, door een publieke ruimte te scheppen voor dialoog, waarin iedereen zijn of haar mening onderbouwt met rationele argumenten in de plaats van leugens, dreigementen of geveinsde emoties. Het is heus niet teleurstellend dat deze nieuwe mediaruimten aanvankelijk klein zijn. Gaandeweg zullen zij een breder netwerk aanspreken en aan invloed winnen.