Praktische tip
Meertaligheid - een pluspunt voor leesbevordering
Meertalige leerlingen consolideren hun leesstrategieën beter als ze hun uitgebreide taalvaardigheden gebruiken. Dit betekent dat alle voorkennis wordt gewaardeerd en gebruikt.
In de klas krijgen de leerlingen de opdracht om een brief te schrijven aan een persoon over hun nieuwe buitenaardse vriend en hun gezamenlijke ervaringen op zijn planeet.
De kinderen zitten samen in groepjes van vijf en voltooien de taak. Tegelijkertijd praten ze over wat ze hebben geschreven. Klarissa schrijft een brief aan burgemeester Jansen in het Russisch “Дорогой Мистер Янсен, я была на Элементар планетe [...]” en praat tegelijkertijd met haar klasgenoten over de inhoud van haar brief.
Klarissa: “Beste meneer Jansen, ik was op de planeet ‘Elementair’ [...].” [...] Samira leest haar tekst voor in het Turks: “Sevgili arkadaşlar, uzaylı arkadaşımla birlikte bir hafta geçirdim. Bana kendi okulunu gösterdi”, en legt uit in het Duits: ”Beste vrienden, ik heb een week doorgebracht met mijn buitenaardse vriend. Hij liet me zijn school zien.” Klarissa voegt eraan toe: “Ja, ik ook. [Korte pauze] Dan schrijven we dat we teruggevlogen zijn met het gom-ruimteschip.” Pascal vult aan: “Het liefst een dag later.” (Video transcript: zie districtsbestuur Keulen, 2019)
Deze authentieke lessituatie maakt duidelijk dat meertalige interactie een hulpmiddel kan zijn voor het onderwijs. Het combineren van talen is vooral pragmatisch geschikt wanneer twee of meer leerlingen taalbronnen uit dezelfde talen hebben. Meertalige kinderen leren al vroeg hoe ze de taalbronnen waarover ze beschikken kunnen aanpassen aan eentalige of meertalige communicatiesituaties, zodat de deelnemers aan de dialoog hen begrijpen. Daardoor verwerven ze een bijzondere communicatieve competentie: ze leren niet alleen hun taalkeuze flexibel en snel te veranderen - ze kunnen hun taalkeuze ook corrigeren als dat nodig is (cf. Tracy, 2008).
Meertaligheid activeren om te leren
Meertaligen zien de verschillende talen niet als strikt gescheiden systemen. In plaats daarvan beschikken ze over een algemeen repertoire van taalmiddelen. Ze kunnen hier vooral gebruik van maken als hun gesprekspartners ook meerdere talen spreken. Translinguale taalhandelingen zoals taalmengsels of taalveranderingen komen vaak voor (cf. Cantone, 2007). Deze zijn heel zinvol in gesprekken tussen twee- of meertalige mensen en zijn daarom een teken van competent taalgebruik (cf. Tracy, 2008). Het medium taal staat centraal bij het leren op school. Het is daarom de moeite waard om het hele taalrepertoire actief te gebruiken als hulpmiddel in de klas.Op deze manier kan het leren voor meertalige kinderen en jongeren gemakkelijker worden gemaakt.
In meertalig onderwijs maken leerkrachten gebruik van het volledige taalkundige, communicatieve en intellectuele potentieel van meertalige leerlingen om hen te helpen kennis en vaardigheden te verwerven. De kinderen en jongeren leren ook dat hun meertaligheid wordt gewaardeerd.
Vooral bij coöperatieve leervormen is het zinvol dat leerlingen met dezelfde taalconstellaties samenwerken en interageren in alle talen die ze tot hun beschikking hebben (vgl. Celic & Seltzer, 2011).
Als ze echter voor een grotere groep spreken (bv. in een plenaire klas) of iets schrijven voor het grote publiek, is het noodzakelijk dat ze de taal gebruiken die door zoveel mogelijk geadresseerden wordt begrepen.
Kinderen en jongeren kunnen hierbij ondersteuning nodig hebben. Daarom is het zinvol dat leerkrachten taalhulpmiddelen aanbieden die leerlingen ondersteunen bij het beheersen van de standaard- en onderwijstaalvereisten (meestal in het Duits). Zulke hulpmiddelen kunnen bijvoorbeeld begrippennetwerken, definitiekaarten of leerposters zijn.
Leesvaardigheid bevorderen op basis van algemene taalvaardigheid
Met betrekking tot leesvaardigheid wordt in onderzoek onderscheid gemaakt tussen processen met een lage hiërarchie en processen met een hoge hiërarchie (zie bijvoorbeeld Lenhard, 2013).Kinderen moeten eerst de laag-hiërarchische processen bij het lezen automatiseren, bijv. klank-letter toewijzing en woordherkenning. Pas dan zijn cognitieve bronnen beschikbaar voor de hogerhiërarchische processen, d.w.z. voor tekstbegrip.
Hogerhiërarchische processen - zoals het toepassen van kennis over tekstsoorten en leesstrategieën - zijn echter niet direct gekoppeld aan specifieke individuele talen. Dit betekent dat als een kind bijvoorbeeld al leesstrategieën in het Turks heeft geleerd, het dezelfde strategieën ook kan toepassen op teksten in het Duits. Het is daarom aannemelijk dat kinderen de strategieën effectiever verwerven en consolideren en teksten beter begrijpen als ze alle beschikbare talen gebruiken in plaats van slechts één taal bij de interactie met teksten. De methode van meertalig wederzijds lezen maakt gebruik van deze veronderstelling: het combineert het principe van interactief leren met de didactische middelen van meertaligheid.
De term translanguaging werd oorspronkelijk bedacht door de Welshe taalkundige Cen Williams. Het werd later vooral overgenomen door de New Yorkse expert voor meertalig onderwijs Ofelia García.
Zij beschrijft translinguaal taalgedrag als een natuurlijke en legitieme vorm van communicatie (cf. Otheguy, García & Reid, 2015) met een groot didactisch potentieel voor het onderwijs (cf. García, Ibarra Johnson & Seltzer, 2017).
In het dagelijks leven worden talen echter vaak behandeld als opsommbare eenheden. Dit leidt tot het misverstand dat deze geconstrueerde grenzen (bijv. Duits vs. Engels) ook bestaan in de hoofden van meertalige mensen. De centrale stelling van de translanguaging benadering is daarentegen dat duidelijk gedefinieerde grenzen tussen talen niet bestaan in de geest.
Standaard linguïstische correctheid en educatieve taalvaardigheden moeten daarom bevorderd worden op basis van alle taalbronnen die beschikbaar zijn voor kinderen en jongeren.