Reinhard Kleist
Bevreemdende en morbide verhalen
Meteen met zijn debuut “Lovecraft” (1994) dat gestalte kreeg tijdens zijn opleiding grafische kunsten en design sleepte Reinhard Kleist de fel begeerde “Max-und-Moritz prijs” van het Erlanger Stripsalon in de wacht. Voor de stripliefhebber bleken zijn publicaties echter onhandelbaar en te onconventioneel. Voor de stripliefhebber bleken zijn publicaties echter onhandelbaar en te onconventioneel.
Meteen met zijn debuut “Lovecraft” (1994) dat gestalte kreeg tijdens zijn opleiding grafische kunsten en design sleepte Reinhard Kleist de fel begeerde “Max-und-Moritz prijs” van het Erlanger Stripsalon in de wacht. De jury viel op slag voor het fantastische en enge verhaal van een stripkunstenaar die bij zijn werk aan de biografie van de Amerikaanse horrorauteur met bovennatuurlijke gebeurtenissen af te rekenen krijgt. De opgepoetste architectuur van de pagina’s waarmee Kleist zijn pittoreske stripprenten in scène zette, deed de rest. Het Duitse stripfirmament was meteen een ster rijker. Critici en stripkenners prezen zijn werk tot in de hemel.
Zowel voor de inhoud als voor de expressieve kleuren en vormen van zijn werk boort Kleist de literatuur van H.P. Lovecraft, Clive Barker en Oscar Wilde als inspiratiebron aan. Uit “Het portret van Dorian Gray” van Wilde en “Menselijke resten” van Barker amalgameerde Kleist zijn volgende album “Dorian” (1996). In “Das Grauen im Gemäuer” (2002) interpreteert hij in weergaloze zwart-wit prenten kortverhalen van Lovecraft.
Een ander thematisch zwaartepunt in Reinhard Kleists werk is de mythewereld van de VS. In The secrets of Coney Island (2007) ensceneert de tekenaar in het gelijknamige pretpark dat rond de eeuwwisseling gebouwd werd, zijn verhalen over verliezers en buitenstaanders van de Amerikaanse maatschappij. Sinds een desastreuze brand in de jaren 1930 biedt Coney Island een beklagenswaardig bestaan. In zijn verwaarloosde coulissen lijkt het glamourverleden tegelijkertijd afwezig als ook aanwezig te zijn. Kleist slaagt er in om deze eigenwijze stemming in drie kortverhalen op voortreffelijke wijze te vatten, met een schuins, niettemin liefdevol geportretteerd figurenensemble van uitgebrande magiërs, zwaardslikkers en mensen met dwerggroei. Kleist pronkt echter niet met de freaks of maakt er geen vertoning van zoals de eigenaar van een nevenattractie. Hij houdt zich daarentegen bezig met het noodlottige bestaan van de freaks, te vergelijken met David Lynch in zijn fim Elephant Man.
In hetzelfde jaar waarin in Duitsland de film “Walk The Line” over het leven van Johnny Cash in de bioscoop verschijnt, publiceert Kleist de stripbiografie Cash - I see Darkness (2006)”. De Berlijnse tekenaar wijdt zich daarin aan een facet van de legendarische countryzanger die voor het Hollywood liefdesverhaal commercieel oninteressant was, namelijk zijn donkere kant. In expressieve en cineastisch- dynamische beelden vertelt Kleist over de hoogtes en laagtes van de Man in Black, zijn successen en instortingen, veroorzaakt door drugs- en alcoholexcessen. Net deze complexiteit kenschetst de persoonlijkheid van Cash. Het gaf hem immers de energie om tegen de politiek van de VS te rebelleren en zich in te zetten voor de rechten van outlaws.
Kleist koppelt avontuur, reislust, geluksspel en ondergang aan het revolutieland Cuba en zijn jarenlange charismatische politieke leider Fidel Castro. Uit nieuwsgierigheid trekt de striptekenaar in maart 2008 voor vier weken naar de eilandrepubliek om er zich een eigen beeld vormen van het land en zijn mensen. In schetsen, pittoreske illustraties en stripepisoden vangt Kleist de stemmingen in de straten van Havanna op, als ook de levenssituatie van de landbevolking. Havanna – Eine kubanische Reise (Havanna – Een Cubaanse reis, 2008) is een biografisch reisdagboek, gevormd door de subjectieve indrukken van de striptekenaar. Kleist is zich er alleszins van bewust dat hij tijdens zijn korte verblijf niet meer dan een oppervlakkig inzicht in de cultuur en de maatschappij van Cuba kan verwerven. Hoewel zijn tekeningen weliswaar niet volledig vrij zijn van clichés, is zijn mening over Cuba sinds zijn terugkeer toch gedifferentieerder, vooral met zicht op de maatschappelijke situatie in Duitsland.