Willy Vandersteen
De vader van de Vlaamse krantenstrip
Er zijn weinig stripmakers die bij leven zoveel titels hebben gepubliceerd als Willy Vandersteen (1913–1990). Meer dan 1.800 albums heeft hij op de teller staan. Hij maakte die strips uiteraard niet alleen, want gaandeweg bouwde hij een tekenstudio uit die tientallen tekenaars, letteraars en inkleurders werk verschafte. Vandersteen geldt niet alleen als de grondlegger van de stripindustrie in Nederlandstalig België, gedurende meer dan dertig jaar wás hij de Vlaamse stripindustrie.
Vooral met Suske en Wiske ging Vandersteen de geschiedenis in. Die reeks, die avontuur met goedmoedige, volkse humor combineert, ontstond in de jaren ’40. In het eerste verhaal was een zekere Rikki nog het mannelijke hoofdpersonage, maar na ampel beraad vond Vandersteen hem al te zeer op Kuifje gelijken. In het tweede verhaal, Het eiland Amoras, kreeg Wiske daarom het gezelschap van de zwartharige Suske. Het einde voor Rikki, het begin van een succesverhaal. Van de Amerikaanse strips had Vandersteen geleerd dat wie een groot publiek wilde veroveren, er voor moest zorgen dat zijn strip elke dag in de krant stond. Vandersteen bracht Suske en Wiske daarom onder bij een krant. Al heel snel veroverde de strip een groot en trouw publiek dat de avonturen met twee stroken per dag volgde, als was het een soap. Het succes was zo groot dat toen Vandersteen op een bepaald moment naar een andere krant overstapte, meer dan 20.000 abonnees hem (en vooral zijn personages) volgden.
Toen een paar jaar later in Brussel het weekblad Tintin werd opgericht, met centraal de gelijknamige strip van Hergé, kreeg het blad met Kuifje ook een Nederlandstalige tegenhanger. De hoofdredacteur van dat blad wilde Suske en Wiske in zijn blad, op dat moment de populairste Nederlandstalige strip in België. Alleen: Hergé, artistiek directeur van de Franstalige versie, zag dat niet zitten. Hij vond de stijl van Vandersteen wat te gewoontjes, wat te ordinair. Geen probleem voor Vandersteen, die meteen een nevenreeks van Suske en Wiske opstartte, getekend in de stijl van Hergé. En de rol van Lambik, het meest humoristische personage van de reeks, werd voor die verhalen groter gemaakt. Na acht verhalen in Kuifje gaf Vandersteen er evenwel de brui aan.
Ondertussen zetten Vandersteen en zijn opvolgers met Suske en Wiske wel de verovering van de Nederlandstalige markt verder. Tussen 1946 en 1996 bleef de albumverkoop gestaag groeien, met een piek van meer dan vier miljoen albums per jaar bij het vijftigjarig bestaan. Tegen die tijd werd tweederde van de oplage in Nederland verkocht. Sindsdien loopt de verkoop terug, maar met 1,2 miljoen albums per jaar is de strip ook vandaag nog steeds de absolute koploper van de stripverkoop in Vlaanderen en Nederland.
Honger naar strips
Vandersteen was niet alleen een uitstekend verteller, hij had ook een groot commercieel aanvoelen. Toen hij zag dat de honger naar strips bij kranten en tijdschriften groot was, besloot hij zijn eigen concurrent te worden, en verschillende reeksen te beginnen voor andere kranten. Hij startte zelf tientallen reeksen op, zowel humoristische als realistische, die hij na de startfase steevast aan zijn medewerkers toevertrouwde. Met al die reeksen had hij het grootste deel van Vlaamse stripmarkt in handen.
Tot twintig jaar geleden domineerde de krantenstrip zoals Vandersteen die had vormgegeven de Vlaamse stripmarkt. Sindsdien verbreedde de markt, en kwam er daarnaast ook plaats voor “graphic novels”, “underground”-strips en volwassener werk. In de verkoop is het nog altijd de familiestrip uit de school van Vandersteen, die zich tot een breed publiek van kinderen en volwassenen richt en waarvan vier of meer albums per jaar verschijnen, die hoge toppen scheert. Met verkoopstoppers als FC De Kampioenen, De Kiekeboes, Urbanus en… Suske en Wiske, die zich stilaan voorbereiden op hun zeventigste verjaardag.