Inclusie
“Goede wifi volstaat niet”
Het onderwijs verloopt steeds meer digitaal. Maar wat met leerlingen met een beperking? Anja Bensinger-Stolze leidt de afdeling scholen van de Duitse onderwijsvakbond “Gewerkschaft für Erziehung und Wissenschaft”. Ze vertelt hoe het gesteld is met inclusie in het digitale onderwijs op Duitse scholen.
Von Niko Kappel
Mevrouw Bensinger-Stolze, wat verstaat u onder digitaal-inclusief onderwijs?
Voor mij betekent dit dat bij digitaal onderwijs geen enkel kind achter hoeft te blijven, ongeacht zijn of haar sociale of culturele achtergrond, geslacht, gezinssituatie en of de persoon al dan niet een fysieke of geestelijke beperking heeft.
Hoe is het gesteld met de inclusie op Duitse scholen in deze tijd van videocalls en afstandsonderwijs?
Algemeen kunnen we stellen dat de realisatie van inclusie in elke Duitse deelstaat anders verloopt. Ook de concepten die in de afzonderlijke scholen worden ontwikkeld, verschillen. Er bestaan goede concepten die ervoor zorgen dat leerlingen met een beperking niet achterblijven in het digitale onderwijs. Maar die concepten kunnen niet overal worden toegepast. Wat opvalt: het werkt alleen als alle factoren goed zitten. Een goed media-educatief concept, doeltreffende technologie in het schoolgebouw, geschoolde leerkrachten, de juiste technologie voor de leerlingen, stabiel internet voor de leerkracht en bij de leerlingen thuis, een ondersteunende thuisomgeving, en veel tijd en geduld.
Hoe ziet digitaal-inclusief onderwijs er dan concreet uit?
Dat kun je enkel geval per geval bekijken. Het hangt er bijvoorbeeld van af of het kind een leerprobleem dan wel een lichamelijke beperking heeft. Ik geef een voorbeeld: in de klas zal een leerlinge die haar armen niet kan bewegen, de antwoorden op haar schriftelijke proefwerken normaal gezien kunnen dicteren aan een assistent(e). Bij thuisonderwijs gaat dat niet. Technologie kan helpen, bijvoorbeeld met een dicteer-app. Maar die technologie moet natuurlijk wel beschikbaar zijn. Of op zijn minst goed internet om ze te kunnen gebruiken.
Kan het inclusieprobleem in het digitaal onderwijs dan worden opgelost met nieuwe technologie?
Nee, er is meer nodig. Goede wifi volstaat niet, hoe belangrijk het ook is. Volgens een van onze onderzoeken beschikt 50 procent van de scholen in Duitsland nog steeds niet over draadloos internet voor hun leerlingen. En over technologie gesproken, het is zo dat de meeste toestellen die aan de leerkrachten ter beschikking worden gesteld, onvoldoende uitgerust zijn om er echt alle taken mee uit te voeren. Zo werden in de Duitse deelstaten en gemeenten vaak goedkope laptops gekocht met weinig opslagcapaciteit, te weinig programma’s en een te klein scherm. Daarom geven velen de voorkeur aan hun persoonlijke toestellen. Nog belangrijker is professionele IT-ondersteuning. Het is niet voldoende om een collega twee uur per week vrij te geven om voor de pc’s van de school te zorgen. We hebben hiervoor nieuwe functies nodig, goed opgeleid personeel. Anders maken met name kinderen met een beperking geen kans in het digitale onderwijs.
Is digitaal onderwijs pas echt een thema geworden sinds de coronapandemie?
Nee, zeker niet. Maar het afstandsonderwijs heeft de druk op alle scholen verhoogd om zich verder te ontwikkelen op het vlak van media-educatie en technologie. Tijdens de coronapandemie hebben de meeste scholen ad hoc aan digitalisering gedaan. Nu moeten ze gestimuleerd worden om hun ervaringen te evalueren en goede elementen op te nemen in een mediaconcept. Hetzij door individuele begeleiding, hetzij door aangepaste bijlessen. Ik vind het bijvoorbeeld onzin als men zegt dat men de leerstof die sociaal achtergestelde kinderen gemist hebben, in de zomer zal inhalen. Als een kind tijdens het jaar al niet kan volgen, hoe zou het dan tijdens de vakantie zijn achterstand goedmaken? Daarom is er nood aan voldoende en goed opgeleid personeel, dat de tijd en de competenties heeft om zulke kinderen op te vangen.
Kent u scholen in Duitsland die dat goed doen?
In Hamburg lijkt de districtsschool ‘Alter Teichweg’ mij een goed voorbeeld van inclusief werken. Ze heeft haar netwerk in het district. Ze heeft de Scholenprijs gewonnen en ze ondersteunt de Olympiade. Hier komen veel dingen samen van wat volgens mij de best mogelijke inclusieve school is. De school heeft een uitgebreid mediaconcept, is op digitaal vlak voortreffelijk uitgerust en hecht er heel veel belang aan dat niemand achterblijft vanwege zijn sociale omgeving of een handicap.
Creatieve concepten in de coronapandemie en inclusie, ook in de digitale ruimte: het zijn zaken waarin de lagere districtsschool ‘Alter Teichweg’ uitblinkt. Bondspresident Frank-Walter Steinmeier (r) reikt, samen met presentatrice Clarissa Correa da Silva (l), de Duitse Scholenprijs 20|21 uit in de categorie ‘relaties doeltreffend vormgeven’.
| Foto (fragment): © picture alliance/dpa/Bernd von Jutrczenka
Wat moet er veranderen opdat we zouden kunnen zeggen dat in Duitsland geen enkel kind met een beperking nog nadeel ondervindt bij digitaal leren?
Ik denk dat we dit alleen met de hele samenleving kunnen aanpakken. Scholen alleen kunnen dit niet oplossen. De politiek moet ervoor zorgen dat we goed uitgeruste scholen hebben, dat collega’s meer tijd hebben en dat de leerlingen hulp op maat krijgen om dingen in te halen die ze onvoldoende hebben verworven. We moeten een campagne starten om iets te doen aan het lerarentekort. Zonder goed opgeleide leerkrachten zijn zelfs de beste concepten voor inclusief onderwijs en media-educatie niet veel waard. Om die reden moet er meer tijd en meer geld in onderwijs geïnvesteerd worden.