Feministische strips
In plaats van bloemen, een bloemlezing
Naar aanleiding van Internationale Vrouwendag laten we u graag kennismaken met feministische strips van vier tekenaressen.
Von Regine Hader
Snack
Ehrentrauts extatische zwart-wittekeningen van masturbatietaferelen spelen op innovatieve wijze met perspectief en prentformaat, en combineren gevulde vlakken met line art. Met dat laatste heeft de tekenares in haar eigenzinnige werk ook aandacht voor eigentijdse illustratietrends. Snack is niet alleen een geslaagde hommage aan zelfbevrediging, maar ook aan het kriebelen en krabbelen, het warrige, het ongetemde. Doe-het-zelf waar mogelijk. De weerstand en de tegenwerking spatten er gewoon vanaf, en blijken zelfs uit het opvallend hoekige handschrift dat Ehrentraut voor haar teksten gebruikt. Het doet denken aan zines of rebelse notities in een huiswerkschrift. Elk haakje is een vorm van verzet tegen het dictaat van de harmonie en de wereld van strakke corporate designs, en schreeuwt quasi orgastisch: Weg met gehoorzaamheid! Empowerend.
Shit is real
Shit is real is – om in het jargon van de titel te blijven – echt hot shit! Aisha Franz geeft haar hoofdrolspeelsters overdadige, hippe partyoutfits en plaatst ze in decors van halfvergane off-spaces en kitscherig ingerichte Aziatische restaurants. Met dat alles vertelt ze liefdevol over de levenshouding van de millennials. Weinig andere strips geven zo goed weer hoe glamour en ironische trash in deze generatie symbiotisch samengaan, en hoe het voelt om tussen het bestellen en het betalen van een drankje schijnbaar het hele scala aan menselijke emoties te doorlopen.Franz experimenteert in haar tekeningen met visuele versies van persoonlijk verhaal en stream of consciousness. Wanneer de figuren zich een roes drinken, veranderen de lijnen in golfjes. Bovenmaatse hoofden wiebelen bij elke stap, kleine rubberen lichamen raken vervormd. Met die tripachtige, psychedelische beeldentaal geeft Franz een visuele vertaling van een versnelde generatie. Haar tekeningen spelen keer op keer met conventionele weergave, traditionele symboliek of schijnbaar avant-gardistische codes. Intussen werkt ze ook op metaniveau, door esthetisch commentaar te leveren op wat er feitelijk in het verhaal gebeurt, dus op de plot.
Zowel de stijl als het verhaal doen denken aan de feministische stripscene van Malmö, een scene waarvan grote ster Liv Störmquist schrander kritiek levert op het patriarchaat en op kapitalistische en seksistische onderdrukkende systemen. Daarbij geeft zij aan tekst en tekening bijna evenveel ruimte. Het werk van Franz is anders dan Strömquists onverholen kritiek. Haar verhalen zijn romanachtiger, minder opvallend. Ze zoekt naar subtiele tussen- en ondertonen en hoedt zich ervoor om grappen uit te leggen of te polemiseren. De mise-en-scène, de personages, de plotwending: alles aan Shit is Real duidt op vrijheid, zonder dat Franz dat woord in grote letters op de cover zet. Ook het bijzondere liefdesverhaal blijft veeleer impliciet. Deze queer-feministische wereld krijgt door het uitlichten van bepaalde details al snel vaart, en doorbreekt geregeld en vrolijk de klassieke ordening van een stripverhaal. Op momenten van controleverlies verdwijnen de contouren soms helemaal, en gezichten of uitvergrote details doorbreken soms de geometrische bladindeling. Ze halen er een tweede niveau bij, waar we merkwaardige details tegenkomen.
Shit is real beoogt een minder nonchalante esthetiek. Dit is een eerbetoon aan pop, aan overdreven kunstmatigheid. Hier gaat het om oppervlakken. Stoffelijkheid. Tastbaarheid. Spookachtige lichamen met onvaste vormen golven als rookslierten over een dakterras, overal in de club glanst de weerspiegeling van latex kleding, en wanneer het hoofdpersonage op de sofa televisie zit te kijken, vechten het vlekkenpatroon van de badjas, de zebra-look van de deken en de badhanddoek in d’r haar om de aandacht van de kijker. Mocht er ooit iemand op het idee komen deze zwart-witstrip alsnog in te kleuren, dan is het nu al duidelijk: hij of zij zal fluostiften nodig hebben! Met deze stijl leunt Franz aan bij enkele minder bekende vertegenwoordigers van de Malmöse school, onder wie Moa Romanova, die met haar voortreffelijke en innovatieve debuut IdentiKid een nieuwe norm bepaalt voor techno en eigentijdse levensgevoelens in strips. Aisha Franz overstijgt het slachtofferverhaal. Ze vertelt over de vreemde manier van in de wereld geworpen zijn, over hoofdpersonages die dwalen tussen ‘zusterschap’ en onuitgesproken vrouwenliefde, en het tegelijk minstens 70 procent van de tijd erg naar hun zin hebben.
Net als in Brigitte und der Perlenhort gebruikt Aisha Franz ook in Shit is Real de vulva als motief. De bewust opvallend weergegeven vulva-iconen van de laatste jaren (op Instagram naar believen te zien als juwelen, stickers of illustraties in de meest uiteenlopende anatomische gedaantes) mikken op zichtbaarheid en het terugwinnen van domeinen die als ‘fallisch’ bekendstaan. Meer nog, ze willen er vooral voor zorgen dat mensen eindelijk ophouden te denken dat de enige naam voor de geslachtsdelen van de vrouw ‘vagina’ is. Franz gaat verder: ze geeft de symbolen een functie voor haar zelfversterkend verhaal.
De tekenares studeerde overigens aan de Kunsthochschule Kassel, waar wel meer geweldige striptekenaars en -tekenaressen vandaan komen. De bloemlezingen uit de stripklas ‘Triebwerk’ zijn, net als alles van Aisha Franz zelf, telkens weer voortreffelijk!
Busengewunder
Wie veel explicieter omgaat met feministische kwesties, is Lisa Frühbeis in Busengewunder. Die bundel vormt een verzameling van haar stripbijdragen voor de Berlijnse Krant Der Tagesspiegel. Wie erdoor bladert, wordt herinnerd aan de grote gespreksonderwerpen van de laatste jaren: quota, verplicht scheren, de pil ... Hoewel de tekenares zichzelf als postfeministisch beschouwt, gaat de selectie tekeningen eenduidig over cisseksuele identiteit in heteroseksuele relaties. Maar zoals we allemaal weten, is er op dat vlak nog een en ander in te halen.Helaas vervalt haar kritiek op de beperkende manier waarop vrouwen door de jaren heen zijn afgebeeld, zelf soms in regelrechte bodyshaming: “Ik ben het, Twiggy. Ik heb het lichaam en de huid van een tienjarige”, zo staat te lezen in een tekstballon naast het model van de jaren zestig. Frühbeis gaat echter een stapje verder en tekent er hatelijk nog een tekstballonnetje naast: “Zeer begerenswaardig.” In een heteroseksistische samenleving het androgyne lichaam kleineren en als ‘kinderlijk’ bestempelen? Dat is zowat even postfeministisch en vooruitstrevend als het nieuwe seizoen van Germany’s Next Topmodel.
Taxifahrt mit Hund und Chivalry & Ennui
In Chivalry & Ennui lopen de niveaus door elkaar: bevinden we ons in de huiskamer van een avatar-commune die wacht tot het volgende spel begint? Of zijn we in een échte woongroep, waar de huisgenoten rond de spelconsole in hun avontuurlijke rollen kruipen, omdat het echte leven zo ongelooflijk saai is?
Of ze nu tekent over een Taxifahrt mit Hund (taxirit met een hond, synoniem voor “ongevraagde levensevaluatie door de taxichauffeur met als kernboodschap: meisjes, jullie studies zijn simpel en totaal zinloos; jullie hebben geen idee wat er echt aan de hand is”), dan wel over vrouwen in videogames, in de wereld van Jolanda Oblesers waait altijd een briesje feminisme.
Lina Ehrentraut: Snack
Verschenen in: Strapazin Nr. 141 (december 2020) - Superheld*innen in der Krise
Aisha Franz: Shit is real
Berlin, Reprodukt, 2016. 288 p.
ISBN: 978-3-95640-063-6
Lisa Frühbeis: Busengewunder
Hamburg, Carlsen, 2020. 128 p.
ISBN: 978-3-551-79356-0
De strips van Jolanda Obleser zijn uitgegeven in eigen beheer.
Verschenen in: Strapazin Nr. 141 (december 2020) - Superheld*innen in der Krise
Aisha Franz: Shit is real
Berlin, Reprodukt, 2016. 288 p.
ISBN: 978-3-95640-063-6
Lisa Frühbeis: Busengewunder
Hamburg, Carlsen, 2020. 128 p.
ISBN: 978-3-551-79356-0
De strips van Jolanda Obleser zijn uitgegeven in eigen beheer.