Spreekuur - de taalkolom
Woorden die reactie uitlokken
Waarom lokken bepaalde woorden bij sommige mensen sterke reacties uit? In volle coronacrisis heeft Kathrin Kunkel-Razum eigenlijk andere kopzorgen, maar haar bijdrage mikt op aha-effecten voor de toekomst, en laat zien hoever de redactie van het woordenboek Duden bij haar research vaak moet teruggaan in de tijd.
Het is 18 maart 2020 en ik zit enigszins radeloos achter mijn laptop. Het coronavirus woedt, de wereld gaat op slot, en niemand kan met zekerheid zeggen wat ons de volgende dagen, weken en maanden nog te wachten staat. En ik moet schrijven, iets wat me in deze omstandigheden futiel en onbeduidend lijkt. Maar dan beslis ik toch verder te schrijven aan mijn tekst, zoals ik er voor de uitbraak van de pandemie aan begonnen was. Ik stel me de vraag waarom taal zulke sterke emoties en meningsverschillen kan oproepen. Laten we even terugblikken naar begin dit jaar. En laten we hopen dat we anders uit deze coronacrisis komen dan we eraan begonnen zijn.
Een verrassende start
Wij woordenboekredacteurs herinneren ons nog goed de eerste werkweek van januari, want die was lang niet zo rustig als we gehoopt hadden. De bewuste week begon voor ons met het bericht in een Turkse krant, dat wij het woord inschallah [insjallah] opnieuw in de Duden zouden hebben opgenomen. We wreven ons verwonderd in de ogen, want daar wisten we helemaal niets van. En dus gingen we opzoeken sinds wanneer het woord daadwerkelijk in de Duden staat. Heel wat persagentschappen, kranten en sociale media pikten het thema op en bleken niet minder verwonderd dan wijzelf, toen het resultaat bekend raakte: inschallah staat al sinds 1941(!) in het bekendste woordenboek van de Duitse taal.Welke rol speelt Karl May?
Natuurlijk werd ook toen op basis van de relevantie van een woord beslist of het al dan niet een kandidaat was om in het woordenboek te worden opgenomen. De redactie houdt rekening met diverse factoren, waaronder de frequentie van voorkomen en eventuele problemen met de schrijfwijze. Die laatste zijn er ongetwijfeld, maar hoe zit het met de frequentie van voorkomen? Het archief van de uitgeverij Duden heeft de Tweede Wereldoorlog niet overleefd, en dus moeten we andere bronnen raadplegen. Diverse internetbronnen tonen vergelijkbare resultaten voor de jaren veertig van de 20e eeuw: op de pagina‘s van het Digitales Wörterbuch der deutschen Sprache (DWDS, het digitale woordenboek van de Duitse taal) sziet men dat het woord vanaf het einde van de jaren 1920 gebruikt wordt, maar dat het vanaf 1940 vaker voorkomt. Google N-Gram bevestigt dit. Toch werd ditzelfde woord nooit meer zo vaak gebruikt als in de jaren 1860. Hoe komt dat allemaal? We weten het niet zeker, maar uiteraard kan het verloop van de Tweede Wereldoorlog, en met name de voorbereiding van de Noord-Afrikaanse Veldtocht, een rol gespeeld hebben. Deze historische gebeurtenis heeft mogelijk bijgedragen tot een vernieuwde interesse in het werk van de Duitse schrijver Karl May, waarin het woord inschallah meermaals opduikt. Wat kunnen we hieruit leren?Ten eerste, hoe banaal het ook mag klinken: het eerdergenoemde nieuwsbericht in de Turkse krant was fake news. Maar ten tweede: we waren verrast door de massale opwinding die dit (valse) bericht teweegbracht, getuige de vele reacties van zowel voor- als tegenstanders. De enen vervloekten de Dudenredactie, de anderen prezen ons. We houden het hier bij één voorbeeld, dat voor zich spreekt: “Inschallah is natuurlijk geen Duits woord, omdat het door Duitsers nooit gebruikt wordt en NOOIT gebruikt zal worden. Wij zijn het christelijke avondland en zullen dat ook blijven!”
Leerproces
In diezelfde januariweek was er ook heisa over het trefwoord schwul [eerste betekenis: homoseksueel]. Drie jongemannen hadden kritiek op de derde door Duden geformuleerde betekenis: “in Verdruss, Ärger, Ablehnung hervorrufender Weise schlecht, unattraktiv, uninteressant” [slecht op een manier die ongenoegen, ergernis of afwijzing oproept, onaantrekkelijk, oninteressant], en op het voorbeeld “die Klassenfahrt war voll schwul”, die we als jugendsprachlich veraltend [jongerentaal, discriminerend tegenover ouderen] gemarkeerd hadden. Zij vonden dat, als we die betekenis al moesten vermelden, we er in geen geval ook nog eens een voorbeeld mochten aan toevoegen, want dat zou het verdere gebruik alleen maar stimuleren. Ook hier ontspon zich een grote publieke discussie, die voor een deel gevoerd werd in de krant BILD. Uiteindelijk hebben wij onze markering over het politiek correct gebruik van dit woord nog wat bijgewerkt, om de gevoelswaarde van het woord nog betere te verduidelijken. Maar het voorbeeld lieten we staan, omdat we in de mate van het mogelijke alle betekenissen ook met concrete voorbeelden willen illustreren. Zo was er – na enige opschudding– toch een voorbeeld van een publiek conflict over een trefwoord in Duden, waar beide zijden iets van geleerd hebben. Moge dat de weg zijn die we in de toekomst vaak met onze gebruikers zullen bewandelen. Bij botte beledigingen is niemand gebaat.Draag de komende weken goed zorg voor uzelf en uw naasten!