Spreekuur - de taalcolumn
Uitnodiging voor een wereldwijd gesprek

Illustratie: mobiel met mond en tekstballon
Spreekuur - de taalcolumn. Achtste editie | © Goethe-Institut e. V./Illustratie: Tobias Schrank

Hoe begin je een gesprek met een onbekende, dat voor beide partijen interessant is? Thomas Böhm weet het ook niet altijd even goed. Hij heeft wel een idee: gewoon je lievelingswoorden aan elkaar vertellen. Dan gaan hele werelden open, inclusief heerlijke taartrecepten.

Von Thomas Böhm

Omdat ik even terughoudend als nieuwsgierig ben, vind ik het vaak moeilijk om een gesprek te beginnen. ‘Smalltalk’ is hoe dan ook geen Duits woord, we zijn er dus niet ‘voor in de wieg gelegd’, zoals het mooie gezegde luidt. Het Duitse woord ‘Plauderei’ (een praatje) komt nog het dichtst in de buurt van ‘smalltalk’, maar heeft een ondertoon van ‘ondoordacht’. En hoe dikwijls komt een praatje niet uit bij zinnen als: "Waar kom je vandaan?", "Wat doe je van beroep?", "Wat denk jij van ...?”. Eigenlijk vragen waaruit blijkt dat men niet zozeer op zoek is naar een gesprek, dan wel naar het categoriseren van de gesprekspartner.

Hoe kan uitwisseling werken?

Een paar jaar geleden kreeg ik daarom een idee. En jullie, beste lezers, zijn bij deze uitgenodigd om mee te werken aan de uitwerking en verspreiding ervan. Mijn idee heet heel eenvoudig ‘Het open gesprek’. Ik ben op zoek naar onderwerpen en vragen waarmee kosmopolitisch ingestelde en fijngevoelige mensen van vandaag een uitwisseling kunnen starten, d.w.z. kunnen achterhalen wat ze gemeenschappelijk hebben en waarin de rijkdom van hun verschillen ligt. (Goed mogelijk trouwens dat er allang veel boeken zijn geschreven over het thema ‘hedendaagse conversatie’, maar die heb ik gemist. Tips zijn altijd welkom!)

Het idee dat wij op dit moment gebruikmaken van de (eigenlijk veel te weinig benutte) mogelijkheid van het internet om over alle grenzen heen samen na te denken en ideeën uit te wisselen, en zo onder het beschermheerschap van Goethe – die de term ‘wereldliteratuur’ bedacht – een open ‘wereldwijd gesprek’ te starten: dat is voor mij even poëtisch als noodzakelijk.   

Tot nu toe heb ik één onderwerp kunnen bedenken dat goed in zo’n open gesprek zou passen: lievelingswoorden. In een lievelingswoord zit namelijk zowel het plezier aan taal als het gevoel van herinnering aan momenten, waarop één enkel woord een kleine wereld kon oproepen. Voor mij is dat bijvoorbeeld het woord ‘Ribiseln’ (aalbessen). Klinkt een beetje zuur, vind je niet?

Hemels taartgenoegen

Dat is het Oostenrijkse woord voor wat in Duitsland ‘Johannisbeeren’ heet. Die kende ik van kinds af aan, want we hadden in de tuin meerdere struiken. In de zomer vond ik het heerlijk ze te plukken en direct van de struik op te eten. Daarvoor had je een speciale techniek nodig, zodat je echt enkel de bessen en geen stukjes stengel in je mond kreeg.
 
Toen ik 13 was, werd mij verteld dat we op bezoek gingen bij een Oostenrijkse tak van de familie, waarvan ik nog nooit had gehoord. Daar kregen we... ‘Ribiseln-taart’. Een bodem van brooddeeg, daarop een laagje aalbessen en daarop eiwitschuim. Ik had nog nooit zo'n lekkere taart gegeten, hoewel ik het hoofdingrediënt al heel mijn leven kende. Onmiddellijk werd het recept geëxporteerd naar Duitsland. De versie van mijn Duitse oma had iets dikkere lagen, waardoor de taart nog sappiger werd. En zo ongelooflijk lekker, dat mijn oma bij elke verjaardag voor mij een aalbessentaart bakte. Een hele taart voor mij alleen. Ze bakte er natuurlijk ook nog een voor de anderen, zo zijn oma’s nu eenmaal.

Gewoon eens proberen

Zo, nu heb ik jullie een van mijn lievelingswoorden verteld – een woord dat mij ook daarom zo dierbaar is, omdat het aanduidt dat wat vertrouwd is, door anderen misschien met andere woorden wordt benoemd, maar met dezelfde waardering. Zoals ‘Ribiseln’ en ‘Johannisbeeren’.
 
Omdat wij elkaar hier ontmoeten in een gesprek van schrijven en lezen, kunnen jullie mij helaas niet meteen antwoorden. Ik hoop enkel dat jullie op dit moment ook aan een lievelingswoord denken. En als dat zo is, krijgen jullie misschien wel zin om mee te doen aan het ‘open gesprek’. Of het gewoon eens te proberen. Dus wanneer je volgende keer niet weet waarover te praten, zeg je gewoon dat je een column hebt gelezen die begon met iemand die zei dat hij niet wist hoe hij een gesprek moest beginnen, en toen voorstelde om elkaar lievelingswoorden te vertellen ..

 

Top