Spreekuur - de taalcolumn
Paringsdans met woorden

Illustration: Person with megaphone and jagged speech bubble
© Goethe-Institut e. V./Illustratie: Tobias Schrank

Taal is in de eerste plaats het uitwisselen van informatie. Maar taal kan ook worden gebruikt als een sluiertactiek, weet Hernán D. Caro. Als hij daarover nadenkt, schieten hem niet toevallig vogels te binnen, die met hun bonte verenkleed pronken.

Von Hernán D. Caro

De taal – zo heb ik op school geleerd – is een complex tekensysteem, dat ons in staat stelt om met elkaar te communiceren. Met ‘ons’ bedoelen we natuurlijk ook dieren en andere organische wezens zoals planten en schimmels. Communicatie wordt dan weer algemeen gedefinieerd als "de uitwisseling of overdracht van informatie in verschillende soorten en op verschillende manieren” (Wikipedia). En met verschillende doeleinden, dat moeten we er natuurlijk aan toevoegen.
 
In die context schrijft de Israëlische historicus Yuval Noah Harari in Sapiens - Een kleine geschiedenis van de mensheid over wat taal zoal mogelijk maakt. Toen taal ongeveer 70.000 jaar geleden bij de homo sapiens - dus bij de mens - ontstond, werden minstens drie dingen mogelijk:
 

–  van gedachten wisselen over de toestand van de wereld. Zo kon men samen plannen smeden, bijvoorbeeld om zich te beschermen tegen natuurlijke bedreigingen;
–  over andere individuen praten (vooral achter hun rug). Roddelen dient om de samenhorigheid te versterken en, indien nodig, iemand uit een gemeenschap te stoten;
–  praten over dingen die niet waarneembaar zijn - of gewoon niet bestaan. Dus mythen vertellen, religies uitdrukken, fictieve verhalen vertellen. Ze creëren allemaal op dezelfde manier een gemeenschappelijke identiteit, maar ook hiërarchieën, macht en andere controlestructuren.

sluiertactiek

Maar taal heeft nog een andere functie met heel veel lagen. Het is een functie die mij boeit en die echt op een complexe manier met al het bovengenoemde is verweven. Door taal kunnen we - met welke bedoelingen ook - onze gedachten of gevoelens versluieren. Zo kunnen we afstand van andere mensen of de werkelijkheid nemen, of net dichterbij komen.
 
Dat kan in verscheidene vormen. Er zijn bijvoorbeeld vreselijke vormen, zoals het gebruik van woorden in totalitaire regimes, die monsterlijke daden moeten verdoezelen. Voorbeelden zijn ‘Endlösung’ of ‘Sonderbehandlung’ in nazi-Duitsland. Daarnaast hebben we ook discriminerende uitdrukkingen, zoals het gebruik van lege - en toch helemaal niet zo lege - woordconstructies, zoals 'mens met migratieachtergrond' of sarcastische termen als 'asieltoerisme' enzovoort.
 
Ook het politieke gepalaver hoort daar uiteindelijk bij. De onbeduidende leugens van alledag.  En waarschijnlijk ook een belangrijk deel van de taal van de liefde en de verleiding. Zij hebben allemaal tot doel om met woorden illusies te scheppen. En ik kan niet nadrukkelijk genoeg de voortreffelijke en ietwat stekelige studie van literatuurwetenschapper Manfred Schneider aanbevelen: Liefde en bedrog: de taal van het verlangen. Of om eenvoudigweg Rainer Maria Rilke te citeren: "Kijk naar de geliefden, / zodra het bekennen begon, / hoe snel ze gaan liegen".
 

zwijgen in plaats van namedropping

Een specifieke vorm van dit ‘versluieren’ - zo niet bluffen - houdt me bijzonder bezig. Ik merk de tactiek vaak op bij mensen, vrienden of vriendinnen, bekenden die beroepsmatig een intensieve relatie met taal onderhouden – schrijvers, journalisten, academici. En laat er geen twijfel over bestaan: ik doe er voortdurend en zoveel mogelijk aan mee! Op conferenties, redactievergaderingen of privédiners stimuleert deze sluiertactiek niet alleen de ‘informatie-uitwisseling of -overdracht’. Bovenal passen we ze toe om indruk te maken: dat gebeurt met behulp van slimme termen, hoogdravende constructies en gecultiveerde verwijzingen (de zogenaamde ‘namedropping’. We doen dat graag, zoals hierboven is te zien). Of om onszelf interessant te maken. Of om stand te houden in een discussie die draait rond slimme termen en hoogdravende zinsconstructies. Dat alles herinnert me aan de ingewikkelde paringsdans van sommige vogels, zoals we die in natuurdocumentaires kunnen bekijken. Hun acrobatische bewegingen zijn onze ingewikkelde zinnen. Hun kleurrijke veren onze zorgvuldig uitgekozen woorden. Hun onhandige choreografieën onze vreemde pogingen tot een paringsdans.
 
We bestaan in en uit taal. Ze is voor ons munt, krediet. Ze is ook marktaantrekkelijkheid, voor wie een bepaalde vaardigheid of geluk heeft. En toch droom ik er soms van om eens een soort ‘zwijgfeest’ te organiseren. Op dat feest mogen we aan babbelgrage gasten niets vertellen. We mogen niet discussiëren en we mogen niemand de les lezen. Nee, we moeten zwijgend samenkomen en met elkaar in interactie gaan tijdens gezelschapsspelletjes of diners. Of we kijken elkaar gewoon lang in de ogen. Het lijkt me spannend om te ervaren hoe we dan onze vermeende intelligentie en onze bijzonderheid naar anderen toe communiceren.

 

Top