Spreekuur - de taalcolumn
Overdreven begrippen

In haar laatste column vertelt Olga Grjasnowa over twee begrippen die in de Duitse taal een bijzondere plaats innemen: van ‘Heimat’ is de precieze betekenis maar moeilijk te vatten, en ‘Wurzeln’ werkt dan weer heel aanschouwelijk. Geen van beide termen staat voor neutrale taal.

Von Olga Grjasnowa

Er zijn twee woorden waarvan het gebruik in het Duits bijna obsessief overdreven is: ‘Heimat’ en ‘Wurzeln’. Voor de ‘Heimat’ heeft Duitsland sinds 2018 zelfs een eigen ministerie.

‘Heimat’ – wat is dat?

De betekenis van het woord ‘Heimat’ (geboortegrond; plaats of streek van oorsprong) is nogal vaag. Het begrip is bijna niet te vatten, omdat we het noch geografisch noch in de tijd exact kunnen situeren. Verwijst de term naar het eigen dorp, een vertrouwde regio, een land of zelfs een heel continent? In het algemene taalgebruik bestaan er zelfs een intellectuele en een politieke ‘Heimat’. Maar waar houdt de Heimat op en waar begint ze? Hoeveel kilometer heeft iemand rondom zich nodig om zich ‘heimisch’ (thuis) te voelen? Ten slotte heeft het begrip niet alleen een geografische, maar ook een tijdscomponent, en daarbij gaat het meestal om herinneringen die iemand heeft bewaard. Men herinnert zich gebeurtenissen, bepaalde geuren, de eigen kindertijd … De ‘Heimat’ is dus meer een emotie dan een plaats en heeft altijd wat meer met het verleden dan met het heden te maken.
 
‘Heimat’ is een van de weinige woorden waarin de anders zo nuchtere Duitse taal naar overdrijving neigt. In het begrip zit ook iets irrationeels. Er zijn immers veel mensen die nauwelijks kunnen wachten om hun vaderland te verlaten. En niet alleen omdat ze daartoe gedwongen worden. Mensen verlaten de benauwdheid van hun dorp en trekken naar de stad, of ze laten de drukte van de stad achter zich en vestigen zich op het platteland; ze zoeken andere oorden op, ze verhuizen, en niemand die de haast legendarische ‘Heimat’ mist, niemand die er zelfs maar met een woord over rept. Net omdat het begrip zo vaag is, kan men er ook gemakkelijk misbruik van maken.

Verdedigingslinie

Problematisch wordt het wanneer de term in een politieke context opduikt. Waar ‘Heimat’ doorgaans breed en vaag gedefinieerd wordt, krijgt het woord plots ‘patriottische’ contouren als het gaat om de bescherming van het eigen land of de eigen streek tegen indringers. Bescherming van de eigen ‘Heimat’ is vaak de kleinste en enige gemeenschappelijke basis van zeer uiteenlopende standpunten, waarbij de bescherming eerder slaat op verdediging van de grenzen dan bijvoorbeeld milieubescherming. De ‘Heimat’ is vaak datgene wat de dominante cultuur scheidt van de minderheden – en als je over de ‘Heimat’ spreekt, hoef je het niet meer te hebben over rechten, toegang tot staatsburgerschap, bescherming van minderheden, burgerlijke vrijheden of de grondwet. De Heimat wordt geërfd, ze is als het ware een geboorterecht en je kunt er niet voor werken. De Heimat mag niet gedeeld worden, en alles moet blijven zoals het nooit was.

Benen, geen wortels

Al even merkwaardig is de metafoor van de wortels, of ‘Wurzeln’ in het Duits. Die metafoor is niet nieuw; zelfs auteurs uit de oudheid beriepen er zich al op. Toch begrijp ik niet waarom volwassen mensen zichzelf vrijwillig met planten vergelijken. Het is interessant om vast te stellen dat het vaak joodse auteurs zijn die zich al schrijvend tegen de term ‘Wurzeln’ verzetten. Joseph Roth concludeerde: “De mens is geen boom”. En Isaac Deutscher schreef: “Bomen hebben wortels, joden hebben benen.” Beide beweringen lijken mij overtuigender dan de hele botanische metafoor. De mens heeft inderdaad benen, geen wortels. En die benen dienen – voor zover er geen beperkingen zijn – om zich te verplaatsen. Wij kunnen niet aan fotosynthese doen, wij kunnen geen schaduw geven, maar je zou kunnen zeggen dat we geboren zijn om ons te verplaatsen. Een mens kan relatief gemakkelijk van plaats veranderen, mits er geen hindernissen zijn. Een plant daarentegen moet worden uitgetrokken en verpot. Mensen kunnen makkelijk veranderen, ze kunnen rondzwerven, reizen, leren, terugkeren en opnieuw reizen. De wortelmetafoor suggereert een natuurlijke band met de aarde – een bepaalde aarde – en dus een geografische en etnische band met een bepaalde groep. En recenter ook met een culturele traditie, die in feite niet bestaat. Want ook hier geldt: er is niet één traditie, er zijn er vele. Filosoof Gilles Deleuze en psychiater Felix Guattari ontwikkelden het concept van het rizoom of de wortelstok om dit te verduidelijken.
 
De metafoor van de wortels is, in tegenstelling tot die van de ‘Heimat’, heel aanschouwelijk. Net dat maakt ze zo gevaarlijk. Van de wortels is het niet ver naar moeder aarde, en die moeder aarde voorspelt niet veel goeds. Vooral in Duitsland. Het is geen toeval dat de ‘Bloed en Bodem’-ideologie een centraal onderdeel was van de ideologie van het nationaalsocialisme. Taal is immers nooit neutraal, en metaforen zijn dat nog veel minder.

Top