Mediavrijheid in Hongarije
Onze ontmaskerde realiteit – leven in pandemieculturen

Media Freedom Hungary
© Sandra Kastl

Mondmaskers zijn ondertussen een symbool geworden in de pandemiewereld. Het is intrigerend om te verwijzen naar wat Oscar Wilde ooit zei over het dragen van maskers in een situatie als deze: “De mens is het minst zichzelf wanneer hij spreekt in eigen persoon. Zet hem een masker op en hij zal je de waarheid vertellen”. 

Von Ferenc Hammer

Wat hij ons in werkelijkheid zegt, is dat een masker de persoonlijkheid en de intenties van de drager transparanter maakt, zodat ze voor iedereen zichtbaar worden. Ook in de huidige situatie is dat absoluut het geval. Er wordt met arendsogen toegekeken op het contact tussen kennissen, vrienden en nog meer onder vreemden, als de werkelijke of veronderstelde grootste bron van besmettingen: een handdruk, een omhelzing en de ontelbare momenten/plaatsen waar vreemden elkaar ontmoeten zoals straten, winkels, kantoren, trams of voetpaden.

De pandemie fungeerde als een ultieme test voor een aantal normen, relaties, politieke processen, allemaal relevant voor wie de publieke ruimte onder de loep neemt. Het sociale weefsel is in feite een materiaal dat variabel is in de etiologie van de medische toestand, dit wil zeggen theorieën en praktijken in verband met de aard van de besmetting en ideeën over het bestrijden van de ziekte, zoals Francois Delaporte gevat aangeeft in zijn klassieker Le savoir de la maladie: essai sur le choléra de 1832 à Paris.[1]
 
“Ik beweer allereerst dat “ziekte” niet bestaat. Het is daarom een illusie te denken dat iemand erover “geloof kan ontwikkelen” of erop kan “reageren”. Wat bestaat is niet de ziekte, maar de praktijken”.
 
De pandemie resulteerde in een waaier van praktijken in alle uithoeken van de samenleving, zowel op het niveau van de nationale wetgever als bij de kruidenier op de hoek, vaak met opmerkelijk verschillende patronen van betrokkenheid, belangen, waarden en bestuur. Het geheel van begrijpbare beperkingen en misschien niet altijd begrijpbare keuzes in machtsuitoefening gedragen zich als eenvoudige lakmoestest. Ze ontmaskeren de machtsuitoefening. Het ware gezicht van macht komt tevoorschijn als zij evolueert in de richting van het overtreden van een regel of wet onder het mom van speciale omstandigheden zoals een pandemie, of het tegenovergestelde, wanneer regeringen gaan kiezen voor zelfbeperkende interpretaties van wetten en regels.
 
Het politieke leiderschap in Hongarije, in casu premier Viktor Orbán, onderscheidde zich als een van de toonaangevende politieke voordeelzoekers die de pandemie misbruiken om het eigen monopolistische machtscentrum te versterken en de opponenten het zwijgen op te leggen, zoals in juni aangegeven door het rapport van de VOA.[2] . S. Erlanger beweert in de New York Times:[3]
 
„Autoritaire leiders overal ter wereld hebben de coronacrisis aangewend om hun macht te bestendigen. In Europa hebben de regeringen van Polen en Hongarije dat en meer gedaan.”
 
Deze consolidatie kan bijvoorbeeld betekenen dat gemeenten waar oppositiepartijen aan de macht zijn door een centraal decreet van hun inkomstenbronnen worden ontdaan, dat via de door de staat gecontroleerde media campagnes worden opgezet tegen publieke figuren van de oppositie of dat betwistbare verordeningen in de grondwet worden opgenomen. Met bijzondere aandacht voor de media, ging het voor een onbepaalde periode ingestelde crisisbeheer - met het opschorten van het parlement en het regeren bij decreet - in het voorjaar gepaard met een speciale bepaling tegen paniekzaaierij, die werd gebruikt om meer dan 100 personen te vervolgen voor hun commentaren op Facebook op lokale en nationale politieke beslissingen, zoals Euronews hierover rapporteerde.[4]
 
In pandemiebeheer overlapt het medische aspect met de communicatiesfeer. De bewering dat pandemieën moeten beschouwd worden als een gedeeld publiek probleem impliceert dat het land in kwestie een publieke sfeer heeft met alle gebruikelijke instellingen, zoals – met name in West-Europa – een ruim en competitief dagbladlandschap met verschillende politiek strekkingen, een betrouwbaar nieuwsagentschap, gerespecteerde avondnieuwsprogramma’s op tv met ervaren ankers en commentatoren, een solide openbaar tv- en radiosysteem, en zo voort. Deze sfeer vertoont ernstige hiaten in Hongarije, en dat is flagrant omdat de regering de belangrijkste media controleert en doordat er een gebrek is aan media met een breed bereik die systematische controle uitoefenen over de politieke macht. Louter intuïtief zal elke commentator zich een idee kunnen vormen van een gedeeld publiek probleem in een land waar de premier in een periode van tien jaar geen enkele kritische vraag moest beantwoorden van een verslaggever die werkt voor een medium met een nationaal bereik. Hongarije is zo’n land. Persoonlijk moet ik toegeven dat ik als mediaspecialist de voeling kwijtgeraakt ben met wat centraal staat in de publieke sfeer, omdat het centrum ontbreekt, namelijk evenwichtige, systematische, professionele verslaggeving en debatten. Dit leidt tot een publieke sfeer in de vorm van een donut, met een gat in het midden.
 
Ondanks de sombere vooruitzichten zijn er journalisten die onafhankelijk blijven, doorgaans op online media die op hoog niveau verslag uitbrengen over de pandemie, met inbegrip van een kritische kijk op desinformatie en hoax betreffende de ziekte en de medische situatie. Andere journalisten in dienst van de regeringsgezinde oligarchische kringen gingen aan de haal met een flinke hap van het pandemiebudget van de overheid, om campagnes op te zetten tegen wie kritisch is voor de regering. Zoals een regeringsgezinde radiomaker mij ooit zei in een mediapanel tijdens een conferentie: “Journalistieke onafhankelijkheid is een achterhaald dogma. Mij job bestaat erin goed nieuws te brengen en mijn luisterpubliek te vermaken, de rest is mythe.” De restanten van vrije media die gebukt gaan onder de regelgevende of herverdelende rol van de regering, trachten te overleven, volgens plan D of E als plan A, B en C niet langer mogelijk zijn. Volgens deze camouflage- en imitatiedoctrine, wordt het meest efficiënte en enigszins onafhankelijke tv-kanaal beheerd door een evangelische kerk, gebeurt de belangrijkste systematische analyse van het regeringswerk door een onderzoeksstichting (en geen oppositiepartij) en is de publieke figuur die het meest kritisch is voor de premier en die het grootste bereik heeft, geen politicus, maar een stand-up comedian. 
 
Kortom, de gang van zaken in de werking van de kritische publieke sfeer wordt bepaald door een permanent beperkende tendens, die zoals blijkt uit de classificatie gedeeltelijk vrij van Freedom House in 2019[5]. Ervaringen met de pandemie suggereren in Hongarije dat de politiek en cultureel diep verdeelde samenlevingen nog meer gepolariseerd en gefragmenteerd geraakten als gevolg van de crisis die hun sociaal weefsel zwaar op de proef stelden, vooral als regeringen hun door noodregels verleende extra macht misbruiken.
 
 
Bronnen
[1] Francois Delaporte: Disease and Civilization: The Cholera in Paris, 1832. Cambridge, MA. The MIT Press. p. 6.
[2] https://www.voanews.com/press-freedom/covid-pandemic-adds-pressure-hungarian-media
[3]https://www.nytimes.com/2020/04/22/world/europe/poland-hungary-coronavirus.html
[4]https://www.euronews.com/2020/05/14/hungary-critics-silenced-in-social-media-arrests-as-eu-debates-orban-s-powers
[5]https://freedomhouse.org/country/hungary/freedom-world/2020

Top