Duurzame steden
Digitale dorpen, groene steden
De duurzaamste steden van Duitsland hechten veel belang aan de inspraak en participatie van hun burgers. Op die manier kunnen ze veel realiseren, ook met relatief weinig financiële middelen.
Von Wolfgang Mulke
Van alle kleine steden in Duitsland is Bad Berleburg de grootste, toch zeker wat de oppervlakte betreft: de gemeente, die 23 dorpen omvat, meet 275 vierkante kilometer en telt zo’n 20.000 inwoners. Die spreiding werd voor het stadsbestuur een groot probleem. “Wij moeten een uitgebreide infrastructuur onderhouden”, vertelt burgemeester Bernd Fuhrmann. In 2017 was de stadskas leeg en dreigde een grote schuldenlast. Fuhrmann wilde het faillissement van zijn stad absoluut vermijden en vertrouwde op inspraak van de inwoners. Zij kregen verschillende vragen voorgelegd: “Wat is onze toekomst, hoe krijgen we het budget op orde en waarvoor zullen we de marge dan gebruiken?”
Via tal van afzonderlijke projecten maakte de stad de omslag. In samenwerking met de universiteit van Siegen wed bijvoorbeeld het project ‘Digitales Dorf’ (Digitaal dorp) ontwikkeld; zo wordt de zondagse eucharistieviering sindsdien vanuit één kerk naar alle gemeenten gestreamd. Fuhrmann is ook al jaren de man achter een project ter bescherming van verschillende diersoorten. In het bosrijke gebied rond Bad Berleburg werden in 2013 meerdere exemplaren van het grootste nog bestaande landzoogdier in het wild uitgezet: de bijna uitgestorven Europese bizon. Dat is niet alleen goed voor de bizons zelf, het lokt ook toeristen naar de regio. Jaarlijks komen tienduizenden bezoekers naar de ‘Bizonwildernis op de Rothaarsteig’ om – met een beetje geluk – deze imposante dieren in het wild te kunnen zien. “Ook in Duitsland kunnen we iets doen voor het behoud van de verscheidenheid aan diersoorten”, benadrukt de burgemeester.
Lokale agenda
Het faillissement kon worden afgewend. Bad Berleburg werd, deels om strategische redenen, een duurzaam handelende gemeente. Die weg wil de stad tussen nu en 2030 blijven bewandelen, en dat met 200 afzonderlijke projecten: van projecten rond ecologisch beheer, over hoogwaardige onderwijsmogelijkheden of gezinsvriendelijke arbeidsplaatsen tot en met de ambitie een toonaangevende plek te worden op het vlak van gezondheid. De stad won hiermee in 2020 de Duitse Duurzaamheidsprijs voor kleine steden, een onderscheiding die wordt toegekend in nauw overleg met de federale regering en die gefinancierd wordt door een verbond van bedrijven, verenigingen, onderzoeksinstellingen en ministeries. Daarnaast werkt Bad Berleburg samen met een partnerregio in Tanzania aan diverse concepten om de klimaatverandering het hoofd te bieden.
In respectievelijk 1992 en 2015 ondertekende Duitsland de Agenda 21 en de Agenda 2030 van de Verenigde Naties, waarin globale doelstellingen voor duurzame ontwikkeling zijn vastgelegd. Gemeenten worden daarin opgeroepen om hun eigen lokale actieplannen te realiseren. “Steden en gemeenten laten nu al op zeer uiteenlopende manieren zien hoe duurzame ontwikkeling vorm kan krijgen in nauwe samenwerking met de burgers en het maatschappelijk middenveld”, verduidelijkt Gerd Landsberg van de Duitse vereniging van steden en gemeenten. “Ze zorgen ervoor dat duurzaamheid tastbaar wordt, doordat ze rechtstreeks zichtbaar wordt in de leefwereld van de mensen.”
In Duitsland krijgen ze daarbij de steun van het federale niveau en de deelstaten. De nationale strategie is op dit moment vooral gericht op het gebruik van minder grondoppervlak, een energiezuinigere mobiliteit en betaalbaar wonen voor iedereen. De deelstaten steunen concrete initiatieven in de gemeenten, waarvan er vele al langer en vanuit hun eigen belang inzetten op duurzame ontwikkeling.
De kracht van de appel
Een mooi voorbeeld is de Beierse stad Aschaffenburg met 70.000 inwoners, die in 2020 de prijs voor middelgrote steden in ontvangst mocht nemen. Al sinds 1995 werken de stad en het district aan duurzame projecten voor de regio, vertelt Stefan Reis, adjunct-hoofdredacteur van de lokale krant Main-Echo. Het begon met een initiatief rond de boomgaarden die in de stad en omgeving dreigden te verdwijnen. De wens bestond om zeldzame appelvariëteiten in het district te behouden, en zo groeide geleidelijk een verbond van telers en verwerkers, en ook een regionale appelmarkt. De met uitsterven bedreigde boomgaarden werden een economische factor.
Dat iedereen hieraan kan deelnemen – burgers, bedrijven, organisaties en het bestuur – wordt georganiseerd via een duurzaamheidsadviesraad. In die raad krijgen ecologische, sociale en economische aspecten allemaal evenveel aandacht, zo benadrukt de coördinator van de Agenda 21-projecten, Andreas Jung: “Voor ons is alles even belangrijk.”
De actie rond de boomgaarden heeft ook tot andere initiatieven geleid, weet Reis. De nabijheid van de financiële metropool Frankfurt speelt daarbij een belangrijke rol, want de landelijke regio trekt mensen uit de grootstad aan. De op de regio gerichte economie is een concurrentiële factor voor het toerisme. De leden van de jury die de prijs toekenden, hadden ook aandacht voor een aantal projecten binnen de stad zelf, bijvoorbeeld ten gunste van de klimaatbescherming of het fietsverkeer. Burgemeester Klaus Herzog wil het prijzengeld van 30.000 euro gebruiken om de elektrische mobiliteit te ondersteunen.
Milieuvriendelijk verkeer
Bij de grootsteden werd de Noord-Duitse gemeente Osnabrück (165.000 inwoners) tot duurzaamste stad verkozen. “Duurzame ontwikkeling kent in Osnabrück een lange traditie”, zegt Claas Beckord over de strategische planning van de stad. De lokale agenda bestaat er al sinds 1998. Aanvankelijk lag de nadruk op milieu-educatie, bijvoorbeeld in het Museum am Schölerberg. Osnabrück kreeg hiervoor in 2013 al een onderscheiding van de VN. Nu concentreert de stad zich op het terugdringen van de CO2-uitstoot. Hiervoor werd een “masterplan voor de bescherming van het klimaat” uitgewerkt: groene ruimtes worden uitgebreid, fietsverkeer wordt aangemoedigd, nieuwe bussen zijn elektrisch en individueel gemotoriseerd verkeer wordt teruggeschroefd.