Fietsvriendelijke steden
“James Bond op de fiets? Jazeker!”
In de rangschikking van meest fietsvriendelijke steden staat de Hanzestad Bremen hoog bovenaan, nog voor Bogotá en Tokio. Maar hoe slaagt men erin om van een autostad een fietsstad te maken? Michael Glotz-Richter van het stadsbestuur van Bremen legt uit waar het om gaat.
Von Eleonore von Bothmer
Meneer Glotz-Richter, Bremen heeft de laatste jaren veel maatregelen getroffen om het verkeer fietsvriendelijker te maken. Heeft die strategie vrucht afgeworpen?
In Bremen verplaatsen heel veel mensen zich met de fiets. Man of vrouw, arm of rijk, student of bankdirecteur, het maakt niet uit. Een kwart van elk traject wordt met de fiets afgelegd. In de binnenstad is dat zelfs nog meer. Maar dat is niet nieuw: Bremen had altijd al een fietscultuur en daardoor ook een meer geschikte infrastructuur dan andere steden. Dat is ook zo in buurland Nederland. Fietsen is er volstrekt normaal.
Waar staat Bremen in de internationale rangschikking?
Bremen staat op plaats 11 van de internationale Copenhagenize-Index, die steden rangschikt volgens fietsvriendelijkheid. Kopenhagen en Amsterdam bezetten de eerste plaatsen. Ook Frankrijk ligt met Straatsburg, Bordeaux en Parijs voor op de Duitse steden. De rangschikking wordt dus aangevoerd door Europese steden. Maar vlak na Bremen komt Bogotá en kort daarna ook Tokio.
Hoe zie je die fietsvriendelijkheid in het stadsbeeld?
In de hele binnenstad zijn er intussen veel fietsstraten. Daar mogen ook wel auto’s rijden, maar fietsers hebben voorrang. Er gelden ook enkele nieuwe regels: men mag bijvoorbeeld duidelijk naast elkaar fietsen. In het begin moesten autobestuurders aan het nieuwe tempo wennen. Het gaat ons echter niet om politieke polarisering tussen autovrienden en autohaters, maar gewoon om een andere aanpak, waarbij de auto niet automatisch voorrang heeft.
Waaraan moet je zoal denken wanneer je een stad zo ‘ombouwt’?
Je moet inderdaad met het een en ander rekening houden. Dat begint bij genoeg fietsenstallingen. De Bremense fietsenrekken bewijzen hier hun waarde. Je kan er je fiets veilig vastmaken. Met het oog op een betere berijdbaarheid hebben we kasseien vervangen door asfalt. We moesten ook voorzien in oversteekplaatsen aan trambanen. Dat was administratief heel kostelijk, maar het loont. Al bijna 20 jaar zijn er standplaatsen voor autodelen, zogeheten ‘mobil.punkte’. Ook dat is een belangrijk alternatief voor het bezit van een auto. Bovendien hebben we meerdere luchtpompstations, laadplaatsen voor e-bikes en zelfs een fietsherstelcafé. In 2020 werd in Bremen de eerste fietszone van Duitsland aangelegd. Dat alles maakt onze stad fietsvriendelijk, maar natuurlijk is er ook hier nog wat werk.
Al tientallen jaren zet u zich in om van de fiets het belangrijkste vervoermiddel te maken. Waarom?
De eigen auto zou gewoon niet meer in het middelpunt mogen staan. Het gaat om klimaatbescherming en om ruimte, maar ook om veel meer. Auto’s worden almaar groter en parkeren de straten in de stad dicht. Tegelijk spelen veel kinderen niet meer buiten: er is nauwelijks plaats en het verkeer is gevaarlijk. Wanneer je je dagelijkse afstanden met de fiets aflegt, spaar je geld en tijd uit. Er is minder file, voor iedereen. Je koopt dan ook liever in de winkel om de hoek dan in het shoppingcenter. Daarbij ondersteun je dus de lokale kleinhandel. Bewegen is ook gewoon gezond en ontspannend. Dat doen de meesten sowieso al te weinig. Hoe fietsvriendelijker een stad is, hoe minder je een eigen auto nodig hebt.
Gaat iedereen daar graag in mee of is er ook weerstand?
Natuurlijk zijn we niet ‘everybody´s darling’. De auto heeft in Duitsland een bijzonder emotionele waarde. Veel steden durven daarom de uitdaging nauwelijks aan te gaan. Eigenlijk zetten we een paradigma net op zijn kop: anders dan voorheen geven we voorrang aan het fietsverkeer en rekenen daarmee ook af met oude privileges. “Met de auto ben ik een gast”, dat idee willen we doordrukken. Tot op heden is het meestal net andersom. Het belangrijkste is de moed om die overtuigingen op hun kop te zetten. Veel dingen gebeuren in het hoofd. Er heersen bepaalde ideeën over hoe mobiliteit eruit moet zien. We willen af van het mobiliteitsbeeld van de jaren 1960 tot 1980. Tegen 2030 willen we een imago van duurzaamheid.
Waar begin je dan?
Infrastructuur en mobiliteitscultuur hebben altijd wat met mentaliteit te maken. En die verandert niet in één nacht. In oude films werd overal als vanzelfsprekend gerookt - vandaag kan je je dat nauwelijks voorstellen. In films is de auto vandaag alomaanwezig. Als we over 20 jaar naar Tatort kijken, dan schudden we misschien het hoofd over de rol die auto’s daar gespeeld hebben. Wil je in dit land het imago van de fiets verbeteren, dan moet je bijvoorbeeld de politie-inspecteurs van Tatort hun opsporingen ook met de fiets laten doen, of met een deelauto. Ik heb de Bremense commissaris daartoe al aangespoord, maar er helaas mijn tanden op stuk gebeten. Het zou normaal moeten zijn dat James Bond met de fiets rijdt. Daarmee zouden we de basis leggen voor een duurzame mobiliteitscultuur.
Bremen ligt ver voorop – hoe zit het in de rest van Duitsland?
In het hele land, zowel in grote als in kleine steden, beweegt er veel. In Berlijn liggen al pop-upfietspaden. Stuttgart doet ook inspanningen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Dat móet ook. Hoe meer fietsverkeer, hoe minder files.
Hoe pakken andere steden het volgens u het best aan?
Door te kijken naar voorbeelden wereldwijd. Door moedig te zijn. De daad bij het woord voegen. Praten met mensen. Tegenspraak verdragen, zich niet laten afremmen door conflicten – want zulke veranderingen gebeuren zelden geruisloos.
Project fietsvriendelijk Bremen
In Bremen zijn er twee fietsmodelwijken: een oude wijk aan de rand van de binnenstad, de Alte Neustadt, en een nieuwbouwzone in de rand, Ellener Hof. Beide wijken zijn fietsvriendelijk aangelegd. In juli 2020 vormden in de Alte Neustadt twaalf straten van samen 2,5 kilometer lang de eerste Duitse fietszone.
Bremen werkt bovendien aan een netwerk van ‘fiets-premiumroutes’, die de stadsdelen met elkaar verbinden. In die stadsdelen zijn er ook fietsstraten. Overal zijn er parkeermogelijkheden voor fietsen. Bij nieuwbouwprojecten moeten er ook altijd fietsenstallingen voorzien worden. Als alternatief voor een eigen wagen is er autodelen. Bremen telt nu ongeveer 20.000 carsharers, van wie er meer dan 6.000 een auto ingeleverd of er zelfs geen aangeschaft hebben. Dat ontlast de Bremense straten van een ongeveer 30 km lange rij geparkeerde auto’s.