Klimaatverandering
Alternatieve manieren van leven

De ZAD de la Colline, een protestkamp op de heuvel Mormont en tevens de eerste ZAD (Zone à défendre) in Zwitserland, werd opgericht om de uitbreiding van een steengroeve door cementbedrijf Holcim tegen te gaan.
De ZAD de la Colline, een protestkamp op de heuvel Mormont en tevens de eerste ZAD (Zone à défendre) in Zwitserland, werd opgericht om de uitbreiding van een steengroeve door cementbedrijf Holcim tegen te gaan. | Foto (fragment): Lahminewski Lab © Creative Commons Attribution 4.0 International license

Welke alternatieve manieren van leven proberen burgers uit nu de wereld steeds meer bedreigd wordt?

Von Victoria Berni

Het industriële systeem dat voor de ecocide van de planeet verantwoordelijk is, houdt vast aan zijn macht, en dit ondanks gerechtelijke klachten, betogingen, acties van burgerlijke ongehoorzaamheid en publieke eisen om zich beter in te zetten voor het milieu. Terwijl de wereld steeds meer bedreigd wordt, proberen burgers alternatieve manieren uit om zichzelf van voedsel te voorzien, te wonen, zichzelf te genezen, te werken en vooral samen te leven.

De alternatieven: sociaalecologische innovatielabo’s

In heel Frankrijk duiken almaar meer ecologische en sociale burgerinitiatieven op. In het dorp Ungersheim heeft het paard de plaats van de tractor ingenomen, en de plaatselijke groenteteler zorgt voor de bevoorrading van de schoolkantine. In het departement Savoie delen tien gezinnen een kasteel. Ze telen er biologische groenten, runnen een bakkerij en dromen ervan een democratische school te openen. Zowat overal in Frankrijk vechten burgers tegen de ecobusiness van industriële windturbines, door zelf windmolens te bouwen waarmee ze private woningen of activistische collectieven - zoals het Maison de la Résistance in Bure - van energie voorzien.

Dit soort initiatieven zijn echte sociaalecologische innovatielaboratoria. Mensen beginnen weer zelfstandig te denken, te creëren, zich te organiseren en te leven. Via hun engagement dragen ze bij tot een creatieve ongehoorzaamheid: ze zeggen niet alleen nee, maar stellen zelf een verandering voor en integreren die in hun eigen dagelijkse leven. Zo ook de 26-jarige Zoa. Hij wil boer worden, ook al heeft hij een diploma van een gerenommeerde technische hogeschool op zak. Voor Zoa is het boerenbestaan een instrument in de strijd tegen het Empire (zoals dat wordt genoemd in het boek Joyful Militancy van Carla Bergman en Nick Montgomery, in 2017 in de VS verschenen bij AK Press): “Na de Tweede Wereldoorlog was de vernietiging van de boerenstand een politiek project ten gunste van de industrie. De boeren vormden een zelfvoorzienende klasse, die in staat was de overvloed van de ecosystemen om te vormen tot een bron van vreugde, zonder dat ze daarvoor een kapitalistisch systeem nodig had. Daarom heb ik ervoor gekozen een andere weg in te slaan en in zekere zin mijn eigen klasse te verraden om boer te worden.”

Radicale alternatieven om discriminatie op grond van klasse, gender en etnische afkomst te overwinnen

Maar ook de alternatieven zijn niet altijd vlekkeloos. Het ecotoerisme beschermt het milieu vaak slechts oppervlakkig, cursussen permacultuur worden aangeboden tegen exorbitante prijzen, bij sommige ecoprojecten wordt het werk van vrijwilligers uitgebuit, bepaalde ecodorpen zijn alleen toegankelijk met buitensporige budgetten ... Kortom, er is sprake van een tweeklassenecologie, die een groot deel van de samenleving uitsluit. Voor Zoa zijn dit alternatieven van de ‘bourgeoisie’: “Terwijl zij binnen het raamwerk van de staat blijven, gebruikmaken van privileges en die in stand houden, worden andere, radicale alternatieven steevast de kop ingedrukt. Kraakacties en ZADs, waar iedereen onvoorwaardelijk welkom is en die een voor iedereen toegankelijke ecologie belichamen, worden rechtstreeks bestreden en in de kiem gesmoord, omdat ze iets subversiefs hebben.” Dat zien we in 2021 bijvoorbeeld aan de ontruimingen van de ZAD du Carnet, de ZAD du Triangle (Frankrijk), de ZAD de la Colline (Zwitserland), de ZAD d’Arlon (België) of van het kraakpand La Borie in de Cevennen. Zoa benadrukt: “Willen alternatieven werkelijk ecologisch zijn en in staat om de samenleving te veranderen, dan moeten ze vrij zijn van discriminatie op grond van klasse, gender of etnische afkomst.” In dat verband vertelt hij dat zijn betrokkenheid bij ZAD du Carnet hem heeft geholpen zijn privileges en positie als man in de gemeenschap anders te bekijken: “Omgaan met mensen die zichzelf definiëren als vrouwen of genderminderheden, betekende voor mij meer luisteren dan zelf de toon zetten.”

​Zoa droomt van een samenleving die gebaseerd is op een zogenaamd libertair communalisme. Daarbij wordt de natiestaat vervangen door burgerbijeenkomsten en vrije, zelfbesturende communes. “In de ZAD in Carnet”, zo vertelt hij, “nam niemand de rol van politie op zich, maar was er een gelijke taakverdeling met het oog op vooruitziende en curatieve gerechtigheid.” Wat het onderwijs betreft, vindt Zoa dat “leerplannen die aangepast zijn aan de regionale landschappelijke en sociale omstandigheden, een grote meerwaarde zouden vormen”. Op die manier zouden heel wat lokale oplossingen concreet gestalte kunnen krijgen, zodat we de domeinen van het maatschappelijke leven die vandaag door de staat gekaapt zijn, kunnen heroveren: door co-ouderschap, gynaecologisch zelfonderzoek, antipsychiatrie, bejaardentehuizen in eigen beheer, enz. Het is aan ons om samen oplossingen te vinden en te testen!
 

Top